Te midden van de huidige maatschappelijke ontwrichting door het coronavirus wordt de waardering voor de lokale omgeving sterker EN wordt een digitale omgeving vanzelfsprekend. Maar er is geen reden om na deze heftige periode niet evenzeer de omgeving anders te gaan organiseren. Remote labs bieden een perspectief om nabijheid te creëren in een digitale wereld. Daarbij zijn remote labs geen vorm van virtual reality, maar veeleer mogelijkheden om kennis en vaardigheden als tools dicht(er)bij te halen. De Groninger kan in zijn eigen omgeving gebruik maken van ‘mondiale’ mogelijkheden.
Hoe? Dat kan via daarvoor ingerichte laboratoria (remote labs), met bijvoorbeeld proefopstellingen en cobots (robots die naast en met mensen kunnen werken). Machines die niemand zelf kan betalen of veel te ver weg staan komen binnen handbereik. De beleving van fysieke afstand wordt in remote labs ondervangen door niet enkel op inhoudsniveau, maar ook op persoonsniveau telkens informatie te delen. Zo wordt de vreemde tot een nabije en is de Xiangchen, -Max voor de West-Europeaan-, in een remote lab de buurman van de Groninger.
Het idee: De eerste stap is een inventarisatie, die van de vraag van de Groninger en het mondiale aanbod.
1. Waar is behoefte aan?
2. Wat moet er mogelijk zijn?
3. Waar zijn de mogelijkheden te vinden?
Wanneer dat in beeld komt zijn volgende stappen te maken. Wat is er nodig om de samenwerking voor elkaar te krijgen:
– Technische infrastructuur;
– Verbindingsofficieren, in Groningen en in de remote labs;
– Regie;
– Facilitering.
Doel: Voor de Groninger, met een universiteitsstad om de hoek die een rijke traditie heeft in het verbinden van de rurale omgeving met een wetenschapsomgeving, ontstaat een rijke, nieuwe cultuur van groot(s) denken, lokaal doen. Nabijheid is voor Groningers een wereld van perspectieven, niet van beperkingen. Door vanuit eigen kracht met erkenning van de buitenwereld nabijheid binnen te halen met remote labs, wordt afhankelijkheid van buiten verminderd en veerkracht vermeerderd.