In de provincie worden op driehonderd meter hoog vliegers of kite’s opgelaten om stroom op te wekken. Deze stroom wordt voor een deel omgezet in waterstof. Met de opbrengst kan een snel treinnet worden aangelegd. Ook kan hoogwaardige industrie worden opgestart.

1. Groningen gaat helemaal voor de waterstofeconomie. Om dit doel te bereiken stapt ze over op windenergie door vliegers of kite’s te plaatsen op meer dan driehonderd meter hoogte. Verspreid langs de kust. Hiermee kan heel veel stroom worden opgewekt. Met deze stroom wordt een supersnel treinnet aangelegd dat de dorpen met elkaar verbindt.
2. De vliegers worden langs de kust geplaatst. Per km2 kunnen er ongeveer vijf geplaatst worden. Omdat vliegers onzichtbaar zijn en  geen geluid maken, geven ze geen overlast. Toch zou rondom elke vlieger een bos aangelegd kunnen worden met ecolodges. Daarbij kan gedacht worden aan vruchtbomen.
3. Van de stroom wordt ook waterstof gemaakt die weer omgezet kan worden in stroom als opslag. De waterstof kan ook als grondstof dienen voor hoogwaardige industrie.
4. Groningen probeert de kennis van de RuG in te zetten voor humane techniek die mensen  stimuleert samen te werken. Dus niet bedoeld om mensen overbodig te maken.
5. Langs de kust worden ook extra dijken aangelegd landinwaarts. Daar kan zoutwater binnenstromen vanuit de Waddenzee. Hier kunnen zoutminnende planten worden verbouwd als voedsel.